Christian Versloot
Christian Versloot
26 juli 2018 10:41

Gisteren trok er een felle onweersbui over Twente. Met name de regio’s rondom Enschede en Losser kregen met veel regenwater te maken. Zo stonden in Enschede straten blank en viel er op een lokaal weerstation in Losser circa 60 millimeter. Ter vergelijking: dat zijn 6 emmers water op één vierkante meter.

Maar toen ik gisteren door de weergrafieken zat te kijken zag ik nog iets grappigs – een onweersneus!

Je zult misschien wel denken… onweersneus, die mensen bij Bliksemdetectie leiden aan een boel waanideeën en zijn knettergek geworden 🙂

Maar niets is minder waar: de onweersneus is een echt begrip. Wat is het dan precies? Hoe ontstaat het? Dat gaan we in dit artikel voor je achterhalen.

[toc]

[ad]

Recap: updraft en downdraft

We moeten zoals we wel vaker doen terug naar het artikel over updraft en downdraft. De stijgstroom, de updraft, is samen met de daalstroom (downdraft) de zogeheten motor van de bui. Dankzij de updraft wordt er warme en vochtige lucht de bui ingezogen, waardoor deze in stand kan blijven of zelfs verder kan groeien.

De downdraft is vervolgens het resultaat: het is de koude, neergaande stroom lucht waar ook de regen in valt. De downdraft ontstaat dankzij de regen, die op zijn beurt ontstaat doordat waterdruppeltjes in de onweerswolk botsen en samenklonteren tot grotere druppels. Op het moment dat ze te zwaar zijn om door de updraft in de wolk te worden gehouden, vallen ze naar beneden.

Schematisch ziet dat er zo uit. Vanaf het condensatieniveau (LCL) stijgt de lucht met hulp van een trigger tot het vrijeconvectieniveau (LFC), waarna het vrijelijk door kan stijgen tot het punt waar dit niet verder kan (EL). De updraft en downdraft zijn aan de pijlen te herkennen. Ze zijn vaak redelijk innig met elkaar verbonden, zodanig dat een te sterke downdraft de updraft kan tegenhouden. Dat betekent vaak het einde van de bui.

Maar dat is niet de kern van dit artikel, dus laten we gauw de tekening bekijken 🙂

De bui trekt over

Op het moment dat er een felle onweersbui overtrekt neemt in eerste instantie de wind toe. Die wordt vlagerig. Op het moment dat de bui dichterbij komt, gaat het wat spetteren.

Totdat de bui er echt is. Dan kan het zomaar gebeuren dat we met enorm fel weer te maken hebben. Dat het gisteren in Enschede goed tekeer ging is wel duidelijk aan deze beelden, die genomen zijn op de campus van de Universiteit Twente.

Bron: dumpert

Op het moment dat de downdraft met de zware regenval overtrekt hebben we dus te maken met een enorme hoeveelheid neergaande lucht.

Dat betekent dus dat er op die plek, in dit geval Twente, ineens een hele boel lucht meer naar beneden ‘drukt’ dan in een buienloze atmosfeer.

Het gevolg is dat de luchtdruk ineens enorm gaat schommelen.

Drie keer raden hoe we dat noemen… 😉

De onweersneus

De zogeheten onweersneus ontstaat bij heel felle buien en is een plotse luchtdrukstijging. De stijging voltrekt zich in redelijk korte tijd en ontstaat inderdaad doordat de downdraft overtrekt.

Nadat het zwaarste deel van de bui weg is getrokken zakt de luchtdruk langzaam maar zeker naar het ‘oude’ niveau terug.

Het weerstation van het KNMI op Twente Airport had de onweersneus gisteren enorm goed te pakken:

Gaaf om te zien! 🙂

Dat toen echt de bui overtrok, is ook te zien aan de neerslaggrafieken:

De temperatuur zakte ook als een baksteen:

Verder ging de bui gepaard met windstoten van 65 kilometer per uur. Het tienminutengemiddelde kwam voor even op windkracht 7 uit:

En het zicht? Dat was even zeer beperkt 🙂

En zo zie je maar – er valt in het weer altijd weer iets leuks te ontdekken! 🙂

Christian Versloot

Christian Versloot

Christian is sinds 2004 met het weer bezig. Hij is in het bijzonder gefascineerd door onweer en rijdt in de zomermaanden met het team van Bliksemdetectie stad en land af om de mooiste buien te onderscheppen.

Laat een reactie achter