Actueel - Luchtdruk

Lucht oefent druk uit op alle objecten op aarde. Bij een hogedrukgebied is deze druk hoger dan bij een lagedrukgebied. We kunnen dit meten aan de hand van de luchtdruk.

De luchtdruk wordt gemeten met een barometer. De hoeveelheid druk zorgt ervoor dat de barometer een andere waarde aangeeft. Een bijzondere vorm van de barometer is een donderglas: dat is een glas met gekleurde vloeistof. De vloeistof wordt ingedrukt door de lucht. Als de druk echter te laag is wordt de vloeistof niet meer tegengehouden en loopt het glas over. Omdat dat vaak bij stormdepressies en onweersbuien gebeurt wordt het een donderglas genoemd.

De luchtdruk wordt gemeten in hectopascal (hPa). Maar wanneer hebben we nu te maken met hoge en lage druk?

• < 990 hPa: een lagedrukgebied ligt in de buurt. Meestal is het wisselvallig weer;
• 990 - 1020 hPa: we gaan van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied of andersom, te bepalen met de drukverandering in de weergrafiek hieronder;
• > 1020 hPa: een hogedrukgebied ligt in de buurt. Meestal is het stabiel weer.