Dinsdag kans op lokaal felle onweersbuien

We schrijven al een aantal dagen over een mogelijke onweersituatie die op stapel staat voor dinsdag. Het was de afgelopen dagen echter nog flink afwachten geblazen, want de situatie stond nog flink in de stijgers en de weermodellen schoven de onweerswaarden nog flink heen en weer tussen Nederland en Duitsland. Dat heeft te maken met de complexiteit van een onweersverwachting. Dankzij het verschil in parameters kunnen weermodellen soms met volkomen andere berekeningen komen, die een onweersituatie kunnen maken of breken.

• Omslagfoto: Maurice Hamming

Hoewel er inmiddels al een stuk meer duidelijk is, houden we nog steeds een slag om de arm: het blijft een onweersverwachting, die slechts de kans op illustreert. Het wordt morgen nowcasten en afwachten en goed de radarbeelden volgen. Desondanks geven we hieronder onze prognose af om je een indicatie te geven van hoe, wat en waar.

Inmiddels valt de situatie van dinsdag ook binnen de maximale range (circa 48 uur) van verschilende andere weermodellen. Konden we tot voorheen enkel GFS en later ook WRF gebruiken, inmiddels kunnen we die verwachting vergelijken en staven met output van HiRLAM en Harmonie, de veel door het KNMI aangehaalde weermodellen enerzijds, en AROME, ARPEGE en het Kachelmann SuperHD-model anderzijds.

Hieronder eerst een korte samenvatting van de onweersituatie van morgen in begrijpelijk Nederlands; daarna duiken we iets meer de situatie in.

Samenvatting

We hebben op basis van de huidige berekeningen morgen te maken met een leuke onweersituatie. Verschillende modellen berekenen een instroom van warme lucht boven ons land; temperaturen van 25 tot 28 graden zijn realistisch, dertigers zijn niet uitgesloten. Tegelijkertijd nadert vanuit het westen een storing die ervoor kan zorgen dat vanaf het middaguur regen- en onweersbuien gaan ontstaan.

Organisatie van de buien in een cluster is mogelijk; misschien vindt er ook lijnvorming plaats. Deze kunnen lokaal fel uitpakken: er kan veel neerslag vallen in korte tijd. Bij clustering en lijnvorming is er een risico op relatief hoge convectieve windstoten (75 km/uur). De hagelparameter slaat licht uit.

We geven daarom voor grote delen van het land een gele kleurmarkering uit en een oranje kleurmarkering voor het oosten van het land.

Delen wordt gewaardeerd! 🙂

Tong met flinke CAPEs

We hebben morgen allereerst te maken met warmteadvectie, oftewel transport van warme lucht naar ons land: een tong van warme lucht nadert ons land vanuit het zuidoosten. Het Amerikaanse weermodel GFS berekent morgen temperaturen van 25 tot 27 graden in grote delen van het land, met uitschieters naar 28 graden in het uiterste oosten. Ook ligt de 29-gradengrens dichtbij in Duitsland, volgens de Amerikanen. WRF gaat daarin mee. HiRLAM berekent zelfs tropische temperaturen in Limburg en Harmonie blijft bescheidener: 25 tot 27 graden in praktisch het gehele oosten van het land. We houden het er dus bij dat het 25 tot 28 graden kan worden, met mogelijke uitschieters naar boven (30 graden).

Tegelijkertijd wordt de opbouw van de atmosfeer onstabiel. CAPE-waarden van 1000 J/kg in de vroege ochtend, oplopend naar 2500 J/kg in de middag signaleren een hoge onstabiliteit en dus voldoende energie voor zware regen- en onweersbuien.

Bovenluchttrog als trigger

Het blijft dan de vraag of er onweersbuien gaan ontstaan. Voor puur op warmte gebaseerd onweer zijn er morgen temperaturen van 32 graden nodig, wil een luchtdeeltje de afstand tot het Level of Free Convection (LFC) kunnen overbruggen. Dat gaan we morgen niet halen, daar zijn alle modellen het over eens. Wel zien we dat op nadering van een bovenluchttrog PVA plaatsvindt (positieve vorticiteitsadvectie) hetgeen als een mogelijke trigger kan gaan dienen voor het onweer morgen.

Aandachtspunt blijft de straalstroom, die morgenochtend net verkeerd boven ons land ligt; hierdoor wijken de neerslagsignalen in de weermodellen van elkaar af (sommige modellen gaan voor een brede strook in het oosten; anderen targeten specifiek het noordoosten of zuidoosten en sommige modellen nemen ook het zuidwesten mee.

Dat blijft echter afwachten.

Overige parameters

Voor wat betreft de overige parameters geldt het volgende:

• 30 tot 40 knopen schering dus organisatie vindt waarschijnlijk plaats in multicell.
• STP slaat licht uit, maar niet significant.
• Idem voor supercelparameter, dus waarschijnlijk met name organisatie en mogelijk lijnvorming, geen zeer zware verschijnselen.
• Convectieve windstoten tot 75 km/uur mogelijk;
• PW loopt op tot 40 mm, dus zware regenval bij buien is een mogelijkheid;
• Hoogste lapserates bevinden zich in het zuidoosten van het land, krachtigste convectie mogelijk daar?
• PVA valt redelijk samen met zuidoosten, echter ook in oosten en noordoosten, deels ZW eerder op de dag. Voor ZW geldt: rechteruitgang straalstroom afwachten, kan mogelijk convectie tegenhouden.

Morgen mooi nowcasten dus! 🙂