Christian Versloot
Christian Versloot
4 februari 2018 20:36

Het is alweer een tijdje geleden dat we een Winterupdate hebben geschreven. Er zat dan ook voor lange tijd geen winter in de kaarten voor de middellange termijn. Goed, er waren regelmatig spannende berekeningen te zien, maar die bleven consequent op de ultralange termijn (van meer dan 5 of soms wel 10 dagen vooruit). Daar hebben we niets aan – en daar hebben we dus ook niet over bericht.

De komende dagen lijken we echter te maken gaan krijgen met een vorstperiode. Stiekem is deze al begonnen. Ook over deze vorst hebben we al veel gehoord: de media berichtte er voor het weekend al over en op de weersites gonst het al van de meestal op hoop gebaseerde uitspraken. Daar is natuurlijk niets mis mee, want bij onweer hopen wij ook dat we een enerverende dag meemaken. Maar voor een weersverwachting geldt dat de hoop het realisme niet moet verbloemen.

Daarom zetten we de roze bril even af en gaan we in dit artikel in op de huidige stand van de weerkaarten. Wat kunnen we verwachten? Hoe koud wordt het? Wat is de kans dat we de schaats op kunnen? Hieronder lees je het. We kijken eerst naar de drukopbouw die de koude lucht op transport zet. Dan schetsen we een outlook voor de komende dagen, gevolgd door een schaatsverwachting.

Uitgangspositie

Als we de weerkaart (een uitdraai van het Europese model voor 14.00 uur afgelopen middag) erbij pakken dan zien we de volgende uitgangspositie:

Bron weerkaarten: wxcharts.eu

Er ligt een rug van hogedruk op de Oceaan: een hogedrukgebied ten westnoordwesten van Portugal met een uitloper naar Scandinavië (twee keer de H op de kaart). Die uitloper, die toch ook een eigen hogedrukkern heeft en dus in de uiterst strikte zin van het woord geen uitloper meer is, is wel aan de smalle kant; dat komt doordat lagedrukgebieden in de buurt van Groenland en IJsland op dit hoog inbeuken. Nederland is aangegeven met de oranje cirkel, want ons land is wat moeilijk zichtbaar.

Op de kaart zien we de temperatuur op het 850 hPa-drukvlak, dat wil zeggen grofweg anderhalve kilometer hoogte. Aan de oostflank van het hoog boven Scandinavië zien we middels de blauwe pijlen dat er een noordoostenwind op gang is gekomen. Tijdens het schrijven van dit artikel vriest het in het zuidoosten van het land; de minimumtemperatuur lag elders ook onder nul:

Zelf bekijken? Actuele temperatuur en minimumtemperatuur.

We kunnen dus zeggen dat we de opbouw van de vorstperiode eigenlijk al ‘achter de rug’ hebben. Nu we zien dat uit de juiste hoek lucht komt stromen kunnen we kijken naar wat ons te wachten staat.

De komende dagen

De Europese weerpluim die onder andere via de website van het KNMI te bekijken is ging de afgelopen dagen voor temperaturen flink onder nul. In de komende dagen zouden minimumtemperaturen van -10 graden niet uitgesloten zijn. We kunnen inmiddels zeggen: die pluim is afgezwakt. Volgens het ensemble van het Europese weermodel krijgen we komende week te maken met temperaturen van iets boven nul overdag en lichte tot matige vorst in de nacht. In de nacht van maandag op dinsdag valt volgens de Europeanen de echte vorst binnen in De Bilt:

Laten we kijken hoe de andere modellen hier over denken. Uiteraard heeft niet ieder weermodel een 14-daagse verwachting dus we kijken zover het model strekt. Dit is vooral bij de fijnmazige modellen zoals HiRLAM en Harmonie een uitdaging, omdat die slechts voor een paar dagen vooruit rekenen. Eerst het andere grootschalige model, het GFS-model van de Amerikaanse weerdienst – ook voor De Bilt valt de echte vorst van maandag op dinsdag binnen:

GFS gaat redelijk mee met het Europese model en laat het zeker tot en met zaterdag koud blijven. Overdag wordt het zo’n 1 tot 2 graden boven nul terwijl het in de nacht licht vriest. De AVG, het gemiddelde van alle individuele berekeningen, zit behoorlijk aan de onderkant van de verwachting, en dat is een goed teken voor de winterliefhebber. Met name tot komende woensdag lijken de berekeningen op één lijn te zitten. Daarna neemt de spreiding toe en dus ook de onzekerheid.

Laten we ter aanvulling twee weermodellen toevoegen die veelvuldig worden gebruikt in Nederland: het HiRLAM-weermodel en het Harmonie-model. Doordat deze fijnmaziger zijn kunnen ze de weersverwachting binnen Nederland veel gedetailleerder benaderen. Ze ondersteunen de claim van de grootschaligere modellen dat de echte vorst van maandag op dinsdag binnenvalt. Harmonie maakt er een hele mooie van: volgens dit weermodel kan het in de nacht van maandag op dinsdag -8 graden vriezen in het noordoosten! De andere modellen gaan hier niet in mee, maar we kunnen het dus niet uitsluiten.

Verschillen tussen regio’s

Die mogelijke -8 is natuurlijk illustratief voor de verschillen tussen regio’s. De pluim en de ensembleverwachting die we hierboven toonden waren natuurlijk voor De Bilt. Laten we ter vergelijking ook een pluim en GFS-ensemble erbij pakken voor het oosten en noordoosten van het land:

De Europeaan gaat tot -5 van maandag op dinsdag, en -7 van dinsdag op woensdag. GFS gaat echter voor minima van -5 en hoger:

Als conclusie over de temperatuur kunnen we dus zeggen dat met name maandag, dinsdag en woensdag dagen gaan worden met lage minimumtemperaturen. -5 tot -8 graden is zeker mogelijk en dan met name in de oostelijke helft van het land!

Kunnen we de schaats op?

Dat is een vraag die natuurlijk bij mensen ontstaat nu we met toch een redelijke vorstperiode te maken gaan krijgen. IJsaangroei is over het algemeen echter vrij moeilijk, wat komt door verschillende factoren:

  • De invloed van de temperatuur. Bij het bevriezen van water komt warmte vrij. Dat wordt omhoog afgevoerd, en daarom moet het flink vriezen wil er enige serieuze ijsaangroei zijn.
  • De invloed van de wind. Hoe harder het waait, hoe minder egaal het ijs aangroeit.
  • Is er ‘uitstraling’ in de nacht, d.w.z. hoe helder is het? Hoe helderder, hoe beter, want dan vriest het harder en kan er meer ‘warmte’ ontsnappen.
  • Et cetera!

Het KNMI heeft een zogeheten ijspluim ontwikkeld die een verwachte ijsdikte berekent voor een water van circa 2 meter diep. Het houdt rekening met de factoren die ijsgroei negatief beïnvloeden. Dit is het resultaat van de laatste berekeningen:

(klik op de afbeelding voor een grotere versie)

Volgen we de ‘oper’ (de hoofdberekening) en de ‘control’ (de controleberekening voor de oper), dan zien we dat ze dicht bij elkaar liggen. Dat betekent dat we met een redelijk consistente verwachting te maken hebben. We kunnen er dan ook vanuit gaan dat we 3 centimeter ijsaangroei zien tegen het einde van de week.

Dat is helaas niet genoeg om te schaatsen op open water – 7 centimeter moet het ijs minimaal zijn. Wel zit de kans er in dat we tegen het einde van de week (kort) de schaats op kunnen op een natuurijsbaan in het oosten van het land! Dat zou prettig nieuws zijn voor de winter- en schaatsliefhebber 🙂 Maar – helaas moeten we de pret wel weer een beetje bederven 😉 – het is nog lang vooruit, dus we moeten nog even…

…afwachten 😀

Christian Versloot

Christian Versloot

Christian is sinds 2004 met het weer bezig. Hij is in het bijzonder gefascineerd door onweer en rijdt in de zomermaanden met het team van Bliksemdetectie stad en land af om de mooiste buien te onderscheppen.

Laat een reactie achter