Er wordt regelmatig code geel afgekondigd in Nederland. Soms wordt een dergelijke waarschuwing opgehoogd naar code oranje en nog wat minder vaak naar code rood. Maar niet altijd komt het qua weersomstandigheden tot waarvoor gewaarschuwd wordt. Hoe zit het nu precies met de waarschuwingen, en wanneer worden ze uitgegeven? Je leest het hieronder.
Het KNMI is bij wet belast met het uitgeven van weerwaarschuwingen. Omdat het hier gaat om een officiële weerwaarschuwing, nemen wij die over bij onze weerwaarschuwingen. Je leest er dus altijd de meest actuele waarschuwingen voor gevaarlijk weer.
Tot begin 2010 werd een weeralarm landelijk afgekondigd. Dat gebeurt niet meer. Er zijn een aantal regio’s waarvoor waarschuwingen worden afgekondigd, te weten:
Daarnaast wordt ook voor een aantal kustdistricten (dus voor zwaar weer op zee) gewaarschuwd.
Er wordt gewaarschuwd voor gladheid, winterse neerslag, onweer, regen, temperatuur, wind- en waterhozen, windstoten en slecht zicht.
Code geel is een waarschuwing voor gevaarlijk weer. Het is voor het KNMI de lichtste waarschuwingscategorie die mogelijk is. Het komt regelmatig voor dat het weerinstituut deze waarschuwingscode afkondigt. Als de volgende criteria worden gehaald of dat het weerinstituut met 60% zekerheid kan stellen dat het weerfenomeen zich binnen 48 uur voordoet, wordt code geel uitgegeven:
In het geval van zicht volgen nieuwe waarschuwingen bij een zicht minder dan 50 en opnieuw een hernieuwde waarschuwing bij 10 meter.
Zo is te zien dat bij sommige weerfenomenen het instituut vrij snel een waarschuwing uitgeeft. Bij onweer bijvoorbeeld horen we vaak dat er wel weer niets zal gebeuren. Er wordt juist gewaarschuwd omdat er kans op onweer is binnen een regio, vaak een provincie. Het betekent dus niet dat er zware onweersbuien zullen ontstaan!
Code oranje is een waarschuwing voor Extreem Weer. Het is de op één na hoogste waarschuwing die voor een bepaald weerfenomeen kan worden uitgegeven. Ook hier zijn voor sommige weerfenomenen – maar niet alle – criteria opgesteld die moeten worden gehaald voor een dergelijke waarschuwing kan worden afgekondigd. Bovendien moet het KNMI zeker zijn dat binnen een gebied van minimaal 50 bij 50 kilometer de kans groter is dan 60% dat binnen 24 uur één van de volgende weerfenomenen optreedt:
Voor de daadwerkelijke uitgifte moet het KNMI eerst alle relevante commerciële weerbedrijven consulteren.
Het zal je duidelijk zijn dat op het moment dat het KNMI code oranje afkondigt, er meer aan de hand is dan een licht weerfenomeen. In de gebieden waar de waarschuwing voor wordt afgekondigd kan het tot overlast komen door de waargenomen of verwachte weerfenomenen.
Code rood staat ook wel bekend als weeralarm. Het is het hoogste waarschuwingsniveau dat het KNMI kan afkondigen. Het werkt met dezelfde criteria voor code oranje, maar dan moet het KNMI zeker zijn dat binnen 12 uur de kans groter is dan 90% dat het weerfenomeen optreedt. Het KNMI moet hiervoor contact opnemen met weergerelateerde bedrijven, maar ook met bedrijven die de Nederlandse verkeersveiligheid in de gaten houden.
Code rood komt dus niet heel vaak voor. Bovendien zal de regio waarvoor het weeralarm zal worden afgekondigd kleiner zijn dan waarvoor over het algemeen code geel wordt afgekondigd. Zo werd op maandag 9 juni 2014 code rood afgekondigd voor Limburg, waar zware regen- en onweersbuien op weg waren naar Pinkpop.
Om alles nog even kort samen te vatten is hier het uitgifteproces van het KNMI nog een keer samengevat te zien:
Christian is sinds 2004 met het weer bezig. Hij is in het bijzonder gefascineerd door onweer en rijdt in de zomermaanden met het team van Bliksemdetectie stad en land af om de mooiste buien te onderscheppen.